(v 2.1)
Het Autonomous Positioning System voor de DMG displays van de series Raffaello, Giotto en Matisse maakt het mogelijk om de liftpositie en -richting onafhankelijk van de controller te tonen. De interface maakt gebruik van de sensorsignalen die boven op de liftcabine zijn geïnstalleerd.
Indien beschikbaar, is het mogelijk om dezelfde positiesensoren te gebruiken die door de besturing worden gebruikt.
Indien NIET beschikbaar, moet je installeren:
a) - 1 magnetische sensor (Normaal Open) op de cabine + 1 magneet op elke verdieping voor het tellen van de positie.
b) - 1 magnetische sensor (Normaal Open / Gesloten) op de cabine + 1 magneet op de hoofdverdieping voor de RESET.
In deze interface bevindt zich een CAN BUS seriële lijn voor het aansturen van de positie-indicatoren van de verdieping.
Raadpleeg voor alle andere functies (spraaksynthesizer, gong, indicatoren, enz.) de gebruikershandleiding van het display.
Waarschuwingen voor veiligheid en gebruik
Voordat u onze producten installeert, raden we u aan het gedeelte over veiligheids- en gebruiksvoorzorgen op de onderstaande link te raadplegen.
Bedradingsinstructies
Het autonome telsysteem met displays heeft twee sensoren nodig, één voor het tellen en één voor het resetten. Hieronder staat een tabel met het aantal en type magneten dat moet worden gebruikt.
Liftsnelheid: | < 2 m/s | een magneet van 15 cm per stop + 1 magneet voor reset. |
Liftsnelheid: | ≥ 2 m/s | een magneet van 30 cm per stop + 1 magneet voor reset. |
Aansluiting met signaal voor enkele deurzone
Telkens wanneer de sensor voor de magneten langs loopt, verandert de positie van de liftkooi.
Indien beschikbaar, kan de deurzonesensor worden gebruikt die al in de installatie aanwezig is.
Aansluiting met dubbel deursignaal
De positie van de liftkooi verandert wanneer de sensoren voor de magneten langs gaan wanneer ze tegelijkertijd geactiveerd worden.
Alleen geldig bij reeds geïnstalleerde magneetsensoren op het systeem.
Aansluiting RESET-circuit
De interface heeft een RESET nodig voor de initiële reset en voor een eventuele reset als gevolg van een systeemuitschakeling.
RESET met magnetische sensor (NO of NC)
Indien beschikbaar, kan de reeds in de installatie aanwezige resetsensor worden gebruikt.
De reset vindt plaats telkens wanneer de liftcabine de hoofd- / laagste verdieping bereikt.
De reset vindt elke keer plaats als de oproep van de hoofdverdieping / laagste verdieping wordt bediend wanneer het lampje van de knop uitgaat.
a) - Lampuitgang van controller
b) - Knopverlichting hoofdvloer
Interfaceverbinding met positie-indicatoren van vloer
a) - Positie-indicatoren van de vloer (alleen CAN-interface)
Instellingen
Instelling resetten
1) - Normaal open contact (Zie "Bedrading > Reset met magnetische sensor")
2) - Normaal Gesloten Contact (Zie "Bedrading > Reset met magnetische sensor")
3) - Knop hoofdverdieping (Zie "Bedrading > Reset met lampje hoofdverdieping")
Instelling type deurzone
1) - Enkele ingang (Zie "Bedrading > Aansluiting met signaal van enkele deurzone")
2) - Dubbele ingang (Zie "Bedrading > Aansluiting met dubbel zonesignaal deur")
Instelling pijlsnelheidsdrempel
Gegevensblad
Voeding | 12/24V gelijkstroom |
Aantal beheersbare stops | -9 / 99 |
Maximale systeemsnelheid | Tot 2 m/s met 15 cm magneet voor het tellen van vloeren Van 2 m/s tot 4 m/s met 30 cm magneet voor het tellen van vloeren |
Positie/reset-ingang voeding | 12/24V gelijkstroom Opto-geïsoleerd |
Seriële lijn voor landingspositie-indicatoren | CAN BUS 10 kbps DMG-protocol |
Bedrijfstemperatuur | -10 °C ÷ +50 °C |
Accessoires
Download
Referentie | Versie | Link |
---|---|---|
1.9 | Download PDF (Engels) | |
Reset met magnetische sensor (revisie) | 2.0 | Download PDF (Engels) |
Max. systeemsnelheid (revisie) | 2.1 (huidige versie) | Download PDF (Engels) |